Pensionado in Spanje heeft geen recht op aftrek alimentatie

Belanghebbende heeft in 2014 zijn samenlevingsovereenkomst met zijn partner beëindigd. In 2015 is hij met pensioen gegaan en geëmigreerd naar Spanje. Belanghebbende ontving in de onderhavige jaren een pensioen, een stamrechtuitkering en een lijfrente-uitkering. Het pensioen is voor 80,32% belast in Nederland. De stamrechtuitkering en de lijfrente-uitkering zijn volledig in Nederland belast. Een deel van het pensioen heeft belanghebbende aan zijn ex-partner betaald. In geschil is of hij de aan zijn ex-partner betaalde bedragen in aftrek kan brengen op zijn inkomen. Belanghebbende stelt dat een deel van het pensioen buiten de heffing moet blijven omdat een deel aan zijn ex-partner toekomt. De rechtbank verwerpt deze stelling. Op grond van de samenlevingsovereenkomst komt een deel van het pensioen toe aan de ex-partner. De samenlevingsovereenkomst is echter een civielrechtelijke overeenkomst tussen belanghebbende en zijn ex-partner en doet geen rechtstreeks recht van de partner op een deel van het pensioen ontstaan. Belanghebbende is de enige gerechtigde tot het pensioen. Belanghebbende stelt dat Nederland op grond van het EU-recht aftrek van onderhoudsverplichtingen moet toestaan. De rechtbank oordeelt dat op grond van de Schumacker-rechtspraak de norm is of het in Nederland uitbetaalde pensioen (nagenoeg) het volledige inkomen van belanghebbende vormt, hetgeen betekent dat belanghebbende zich wat de inkomstenbelasting betreft in dezelfde situatie bevindt als de in Nederland woonachtigen die eenzelfde pensioen ontvangen. In dat geval moet Nederland aftrek van de onderhoudsverplichting toestaan. Dat is hier niet het geval. Daarnaast is het inkomen waarover Spanje het heffingsrecht heeft niet dusdanig gering dat Spanje geen rekening kan houden met de betaalde alimentatie.