De Bijenkorf-zaak: Een (on)betrouwbare "borderline" diagnose

Research output: Contribution to journalArticleProfessional

Abstract

Soms word je als getuigedeskundige in strafzaken gevraagd om te rapporteren over een verdachte die je al lang en breed in de media bent tegen gekomen. Het is dan extra belangrijk zo’n onderzoek in te gaan in het volle bewustzijn dat je hypothesen over wat er met de verdachte aan de hand zou kunnen zijn al ‘gekleurd’ zijn door wat journalisten er al over hebben opgetekend. Zo’n geval was ook ‘de bijenkorf-zaak’. Op 22 oktober 2007 begaf de toen 23-jarige jane van t. Zich naar de vierde etage van de amsterdamse vestiging van de bijenkorf. Ooggetuigen zagen hoe zij haar 18 maanden oude dochter eerst op de balustrade zette en vervolgens naar beneden gooide. Korte tijd later sprong van t. Erachteraan. Het kind stierf ter plekke, van t. Raakte zwaargewond (zie o.a. Het parool1). Zij belandde in het ziekenhuis, maar werd toen zij enigszins hersteld was als verdachte aangehouden door de politie. Wat volgt is een verblijf in detentie en een strafproces dat uiteindelijk pas bijna drie jaar later, op 17 september 2010, uitmondt in volledige vrijspraak.
Original languageEnglish
Pages (from-to)24-29
JournalGZ - Psychologie
Volume3
Issue number5
DOIs
Publication statusPublished - 1 Jan 2011

Cite this