Weigering aftrek verlegde btw indien afnemer bij zelffacturering bewust een fictieve leverancier op de factuur vermeldt

Ferimet is een Spaanse ondernemer die in 2008 met gebruikmaking van zelffacturering schroot heeft aangekocht onder de btw-verleggingsregeling, naar eigen zeggen van Reciclatges de Terra Alta. De Spaanse belastinginspectie heeft vastgesteld dat de leverancier niet over de materiële en personele middelen beschikte om het schroot te leveren. Zij stelde zich op het standpunt dat de facturen vals waren, dat de levering een schijnhandeling betrof, en dat Ferimet geen recht op aftrek van de verlegde btw genoot. In zijn antwoord op de prejudiciële vragen van de Spaanse rechter over de aftrek van btw geeft het Hof van Justitie EU aan dat de vermelding van de leverancier op de factuur een formele voorwaarde vormt voor de uitoefening van het recht op aftrek van btw. Daarentegen is het vaststellen van de hoedanigheid van belastingplichtige van de leverancier een materiële voorwaarde. Het is aan de belastingplichtige om met objectieve bewijzen aan te tonen dat in een eerder stadium daadwerkelijk goederen aan hem zijn geleverd door belastingplichtigen ten behoeve van zijn eigen aan btw onderworpen handelingen. Wanneer de identiteit van de werkelijke leverancier niet is vermeld op de factuur, moet het recht op aftrek aan de belastingplichtige worden ontzegd indien de gegevens ontbreken die nodig zijn om na te gaan of de leverancier belastingplichtig was. Bij een weigering van aftrek op grond van de omstandigheid dat de belastingplichtige wist of had moeten weten dat hij deelnam aan btw-fraude, is de vaststelling van een gevaar van derving van belastinginkomsten niet noodzakelijk. Evenmin is relevant of de btw-fraude de belastingplichtige of andere partijen bij de toeleveringsketen al dan niet een belastingvoordeel heeft opgeleverd. Ook hoeft de belastinginspectie niet het bewijs te leveren dat de belastingplichtige te kwader trouw was. Een belastingplichtige moet het recht op aftrek worden ontzegd wanneer hij bewust een fictieve leverancier heeft vermeld op de factuur die hij zelf voor deze handeling heeft uitgereikt, indien de gegevens die nodig zijn om na te gaan of deze leverancier belastingplichtig was ontbreken, of indien rechtens genoegzaam is aangetoond dat deze belastingplichtige btw-fraude heeft gepleegd of wist of had moeten weten dat de handeling waarvoor aanspraak op het recht op aftrek wordt gemaakt onderdeel was van een dergelijke fraude.