Voorkomen van recidive bij geweldsdelinquenten: wat werkt?

C. de Ruiter*, V. Veen

*Corresponding author for this work

Research output: Contribution to journalArticleProfessional

Abstract

De prevalentie van geweldsdelicten in Nederland laat de afgelopen decennia een duidelijke stijging zien. Het voorkomen van recidive bij deze groep daders is dan ook een beleidsprioriteit. In de loop der jaren zijn behandelinterventies voor geweldplegers ontwikkeld, zoals Aggression Replacement Training en Anger Management. Uit meta-analyses naar de effectiviteit van cognitief-gedragstherapeutische interventies voor geweldplegers blijkt dat deze een gemiddelde effectgrootte van rond .80 weten te bereiken, wat als een groot effect wordt beschouwd. Effectieve interventies voldoen aan de principes van de psychologie van crimineel gedrag, zoals geformuleerd door Andrews en Bonta. Centraal in dit model staan het risico- , behoefte- en responsiviteitsprincipe. Dit houdt in dat op gedragsverandering gerichte interventies moeten worden aangewend bij matig- tot hoog-risico delinquenten; dat de interventie gericht dient te zijn op verandering van criminogene behoeften, zoals middelenmisbruik en procriminele opvattingen; en dat de interventie aansluit bij de leerstijl van de delinquent, gestructureerd is en concreet.

Original languageDutch
Pages (from-to)51-60
Number of pages10
JournalDth : kwartaalschrift voor directieve therapie en hypnose
Volume26
Issue number2
DOIs
Publication statusPublished - 1 Jan 2006

Cite this