Telewerken tijdens en sinds de COVID-19-pandemie: Recht zo die gaat?

Ruud Gerards*, Pascale Peters

*Corresponding author for this work

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

21 Downloads (Pure)

Abstract

Telewerken, thuiswerken, hybride werken – verschillende labels die vaak worden gebruikt om het op afstand werken van de werk- of opdrachtgever met behulp van informatie- en communicatietechnologie (ICT) aan te duiden
en die in dit redactioneel afwisselend worden gebruikt. Sinds de COVID19-pandemie lijkt deze dimensie van het nieuwe werken (HNW) (Gerards et al., 2018; Peters et al., 2014) gemeengoed te zijn geworden, zelfs in functies waar dit voorheen, al dan niet met steekhoudende argumenten, niet kon. Nu miljoenen werkenden eraan geproefd hebben, is de geest uit de fles, in ieder geval wat werknemers betreft. Zij hebben de nieuwverworven toegang tot deze werkvorm massaal omarmd. Zo werkt na de pandemie volgens het CBS meer dan de helft van de Nederlandse beroepsbevolking in meer of mindere
mate wekelijks vanuit huis (Dirven, dit special issue) en maken vakbonden en werkgevers hierover afspraken die hybride werken in heldere kaders gieten (Van der Velden, dit special issue). Een deel van de werkgevers en senior
managers probeert deze geest echter krampachtig terug in de fles te krijgen (Smulders, dit special issue). Hebben zij een punt? Treden er spanningsvelden op bij de massale implementatie van substantieel thuiswerken en, zo ja,
welke? Hierop komen wij verder in dit redactioneel nog terug.
Original languageDutch
Pages (from-to)133-141
JournalTijdschrift voor Arbeidsvraagstukken
Volume39
Issue number2
DOIs
Publication statusPublished - 1 Jun 2023

Cite this