Abstract
Georganiseerde homo-emancipatie ontstond aan het eind van de negentiende eeuw en was in hoge mate gebaseerd op de toen gangbare biomedische en psychiatrische begripsvorming. Daarin werd homoseksualiteit voorgesteld als de ingebakken geaardheid van een minderheid en gold natuurwetenschappelijke kennis als de weg naar maatschappelijke acceptatie. In dit artikel wordt uiteengezet dat er al in de achttiende eeuw opmerkelijke aanzetten zijn te vinden tot ‘homo-emancipatie’, weliswaar minder coherent, maar ook radicaler van toon en inhoud. Waar de homobeweging tot ver in de twintigste eeuw overwegend een defensieve koers volgde – op basis van het ‘anders zijn’ en ‘niet anders kunnen’ van een duidelijk afgebakende minderheidsgroep – waren er in de achttiende eeuw stemmen te horen die een beroep deden op zelfbeschikking en keuzevrijheid, zich bedienden van scabreuze taal en zich lieten inspireren door libertinisme, cultuurgeschiedenis en literatuur. De voorbeelden die in dit artikel de revue passeren zijn ontleend aan (voornamelijk Engelse en Franse) gerechtelijke archieven, pamfletten, politiek-filosofische beschouwingen, egodocumenten en (semi-pornografische) literaire teksten.
Translated title of the contribution | Sodomy, possessive individualism and godless nature: Eighteenth-century origins of homosexual emancipation |
---|---|
Original language | Dutch |
Pages (from-to) | 127-148 |
Number of pages | 22 |
Journal | De Achttiende eeuw |
Volume | 53 |
Issue number | 1 |
DOIs | |
Publication status | Published - Jan 2021 |