Abstract
Achtergrond. In Nederland is het mogelijk om, nadat aan alle zorgvuldigheidseisen voor euthanasie is voldaan, organen te doneren. Bij orgaandonatie na euthanasie (ODE) kunnen weefsels, lever, hart, nieren, longen en pancreas worden gedoneerd. De procedure voor ODE wordt zorgvuldig beschreven in de landelijke richtlijn Orgaandonatie na euthanasie van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS). In het geval van euthanasie bij psychisch lijden wordt bovendien de beroepsrichtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), ‘Levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis’, gevolgd. Recent deden collega’s uit het Erasmus MC het voorstel om daaraan toetsing door een lokale psychiater toe te voegen.
Doel. Beargumenteren dat de huidige richtlijnen in samenhang voldoende basis bieden voor een zorgvuldige uitvoering van ODE in de praktijk.
Methode. Bespreken van achtergronden en praktijk van euthanasie en orgaandonatie en de voor beoordeling relevante richtlijnen.
Resultaten. Door de huidige Euthanasiecode, de richtlijn van de NVvP en de ODE-richtlijn van de NTS te volgen, zijn de trajecten voor euthanasie en donatie gescheiden, en wordt de zorgvuldigheid van de beoordeling gewaarborgd.
Conclusie. Het structureel uitvoeren van een extra beoordeling door een psychiater, en daardoor somatisch lijden onderscheiden van psychiatrisch lijden, is onwenselijk. Dit creëert zowel onduidelijkheid over de beoordeling van de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie als over de wilsbekwaamheid voor orgaandonatie, en betekent daarnaast een extra psychische belasting voor de patiënten, ongeacht hun onderliggende lijden.
Doel. Beargumenteren dat de huidige richtlijnen in samenhang voldoende basis bieden voor een zorgvuldige uitvoering van ODE in de praktijk.
Methode. Bespreken van achtergronden en praktijk van euthanasie en orgaandonatie en de voor beoordeling relevante richtlijnen.
Resultaten. Door de huidige Euthanasiecode, de richtlijn van de NVvP en de ODE-richtlijn van de NTS te volgen, zijn de trajecten voor euthanasie en donatie gescheiden, en wordt de zorgvuldigheid van de beoordeling gewaarborgd.
Conclusie. Het structureel uitvoeren van een extra beoordeling door een psychiater, en daardoor somatisch lijden onderscheiden van psychiatrisch lijden, is onwenselijk. Dit creëert zowel onduidelijkheid over de beoordeling van de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie als over de wilsbekwaamheid voor orgaandonatie, en betekent daarnaast een extra psychische belasting voor de patiënten, ongeacht hun onderliggende lijden.
Translated title of the contribution | Organ donation after euthanasia: Sufficient basis for diligence in current guidelines |
---|---|
Original language | Dutch |
Pages (from-to) | 24-27 |
Number of pages | 4 |
Journal | Tijdschrift voor Psychiatrie |
Volume | 67 |
Issue number | 1 |
Publication status | Published - 14 Jan 2025 |