Oostenrijks aanpassingsmechanisme voor hoogte gezinstoeslagen en bepaalde belastingaftrekken aan het prijsniveau in de woonstaat in strijd met Verordening 883/2004 en Verordening 492/2011

Research output: Contribution to journalCase noteProfessional

1 Downloads (Pure)

Abstract

Oostenrijk heeft met ingang van 1 januari 2019 wetgeving ingevoerd die voorziet in een aanpassingsmechanisme waardoor de gezinsbijslagen en aan werknemers met kinderen toegekende sociale en fiscale voordelen worden aangepast aan het algemene prijsniveau in de lidstaat waar die kinderen permanent verblijven. Volgens de Europese Commissie is deze wetgeving in strijd met Verordening 883/2004 en Verordening 492/2011, omdat gezinsbijslagen niet mogen worden verminderd op grond van het feit dat een lid van een gezin, zoals een kind, in een andere lidstaat woont. Het treft hoofdzakelijk werknemers van andere lidstaten en vormt daardoor een indirecte discriminatie die in strijd is met de gelijke behandeling. De Europese Commissie heeft Oostenrijk verzocht om aanpassing van zijn wetgeving. Nadat Oostenrijk daar niet mee akkoord ging, heeft de Europese Commissie op 26 juli 2019 een met redenen omkleed advies uitgebracht en op 22 juli 2020 bij het Hof van Justitie EU beroep ingesteld wegens niet-nakoming. Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Oostenrijkse kinderbijslag en kinderaftrek als gezinsbijslagen in de zin van Verordening 883/2004 moeten worden aangemerkt. Deze bijslagen mogen op geen enkele wijze worden verminderd of gewijzigd op grond van het feit dat de begunstigde of zijn gezinsleden in een andere lidstaat wonen. Verschillen in koopkracht rechtvaardigen niet dat er verschil wordt gemaakt. Het aanpassingsmechanisme wordt enkel toegepast wanneer het kind buiten het Oostenrijkse grondgebied verblijft en treft dus in hoofdzaak migrerende werknemers. Het vormt een indirecte discriminatie op grond van nationaliteit die hoe dan ook niet gerechtvaardigd is. Het Hof van Justitie EU benadrukt dat migrerende werknemers op dezelfde wijze als een nationale werknemer worden betrokken bij de vaststelling en financiering van de bijdragen die ten grondslag liggen aan de gezinsbijslagen en belastingvoordelen, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de woonplaats van hun kinderen. De Oostenrijkse regeling is daarom ook in strijd met Verordening 492/2011.
Original languageDutch
Article numberNTFR 2022/2993
JournalNederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht /(NTFR)
Issue number31/32
Publication statusPublished - 2022

Court cases

TitleNTFR 2022/2993
CourtHof van Justitie EU
Date of judgement16/06/22
ECLI IDECLI:EU:C:2022:468

Keywords

  • gelijke behandeling
  • sociale zekerheid
  • sociale en fiscale voordelen
  • vrij verkeer van werknemers

Cite this