Appellant heeft meermalen de politiesystemen bevraagd voor zaken die niet werkgerelateerd zijn gebleken en appellant heeft hieruit informatie met derden gedeeld. Daarnaast heeft hij niet open en transparant verklaard. Appellant heeft niet gedaan wat een goed (politie)ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort te doen, zodat van ernstig plichtsverzuim sprake is. De opgelegde disciplinaire straf is, gezien de aard en de ernst van de gedragingen, de betekenis hiervan voor het functioneren binnen de dienst en de terecht gestelde eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid van politieambtenaren niet onevenredig aan het gepleegde plichtsverzuim. Appellant heeft door zijn gedrag het in hem te stellen vertrouwen in ernstige mate geschonden en aldus aan het eigen aanzien en aan dat van de politie grote schade toegebracht.
Original language | Dutch |
---|
Article number | AB 2022/382 |
---|
Pages (from-to) | 2983-2984 |
---|
Number of pages | 2 |
---|
Journal | AB Rechtspraak Bestuursrecht |
---|
Issue number | 48 |
---|
Publication status | Published - 2022 |
---|
Title | AB 2022/382 |
---|
Court | Centrale Raad van Beroep |
---|
Date of judgement | 4/03/22 |
---|
ECLI ID | ECLI:NL:CRVB:2022:472 |
---|