Lidstaat mag btw-teruggaaf niet beperken wanneer vaststaat dat de daadwerkelijk betaalde btw hoger is dan het bedrag zoals vermeld in het teruggaafverzoek

CHEP Equipment Pooling is een in België gevestigde ondernemer die handelt in pallets. Op enig moment heeft zij in Hongarije pallets aangeschaft die vervolgens werden verhuurd aan verschillende dochterondernemingen. De btw op de aanschaf van de pallets vroeg zij in 2017 terug middels een teruggaafverzoek. Nadat de Hongaarse belastingautoriteit aanvullende gegevens had opgevraagd en ontvangen, stelde zij drie categorieën (deel)verzoeken vast. Allereerst weigerde de belastingautoriteit verzoeken in te willigen die eerder al tot terugbetaling hadden geleid. Voor wat betreft verzoeken waarvan het btw-bedrag hoger was dan dat op de desbetreffende factuur, gaf zij voorts slechts de btw terug ten belope van het op de factuur vermelde bedrag. Tot slot gaf zij slechts btw-bedragen terug zoals vermeld in de verzoeken, wanneer die lager waren dan de btw-bedragen op de factuur. Het gevolg was dat CHEP Equipment Pooling slechts een deel van het totale teruggevraagde btw-bedrag ontving. Op de prejudiciële vraag van de verwijzende Hongaarse rechter over de teruggaaf van btw antwoordt het Hof van Justitie EU dat het niet is toegestaan dat een belastingautoriteit slechts btw terugbetaalt ten belope van het in het verzoek vermelde bedrag wanneer zij de zekerheid heeft verkregen dat het bedrag van de werkelijk voldane btw hoger is, zonder eerst de verzoeker te hebben gevraagd om zijn teruggaafverzoek te corrigeren.