Kim V. deel II: Een afgedwongen valse bekentenis?

Research output: Contribution to journalArticleProfessional

Abstract

In het vorige nummer van gz-psychologie schreven collega’s merckelbach en smeets (2010) een interessante bijdrage over de zaak kim v. Zij opperden het alternatieve psychofarmacologische scenario voor de moord op kim’s twee jonge kinderen, in plaats van de freudiaanse psychohydraulica van het pieter baan centrum. Maar de psychofarmacologische hypothese kan alleen getoetst worden als bij verdachten van serieuze geweldsdelicten die kort na het misdrijf worden gearresteerd onmiddellijk bloed afgenomen wordt, en daarvoor moet de gearresteerde eerst toestemming geven. Het is een vreemd aspect van de nederlandse wet: iemand als verdachte aanmerken en gedurende een aantal dagen opsluiten in een politiecel mag wel, maar bloed afnemen niet, dat schendt de lichamelijke integriteit, terwijl de bevindingen uit het bloedonderzoek belangrijke juridische gevolgen kunnen hebben. Wanneer iemand verdacht wordt van een verkeersmisdrijf is afname van bloed wel usance, conform het besluit alcoholonderzoeken (besluit van 5 juli 1997, houdende nadere regels omtrent de wijze van uitvoering van de artikelen 160, vijfde lid, en 163 van de wegenverkeerswet 1994). Gezien het feit dat bij de meeste geweldmisdrijven alcohol en/of drugs een belangrijke rol spelen, lijkt het me raadzaam ook bij verdenking van dit type misdrijven afname van bloed verplicht te stellen.
Original languageDutch
Pages (from-to)20-25
JournalGZ - Psychologie
Volume6
DOIs
Publication statusPublished - 1 Jan 2010

Cite this