ITT v Karl Dungs: gedwongen overdracht van domeinnamen

Translated title of the contribution: ITT v Karl Dungs: Forced transfer of domain names

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Een domeinnaam – een adres op het internet – kan veel
geld waard zijn. Tegelijkertijd kan een domeinnaam
onrechtmatig zijn, bijvoorbeeld wanneer deze geheel of
gedeeltelijk andermans merk of handelsnaam bevat en
daardoor verwarringsgevaar kan ontstaan. Er wordt dan
ook regelmatig over de (on)rechtmatigheid van domeinnamen
geprocedeerd, waarbij in geval van inbreukmakende
domeinnamen de rechter in een aantal gevallen als
sanctie onder meer de overdracht van een onrechtmatige
domeinnaam aan de rechthebbende op een merk of handelsnaam
beveelt.1 Dat lijkt praktisch, omdat de domeinnaamhouder
die naam in beginsel toch niet meer lijkt
te mogen gebruiken. Wat praktisch lijkt, is om die reden
echter nog niet juridisch juist. Het Burgerlijk Wetboek
geeft immers de bandbreedte aan waarbinnen rechten
overdraagbaar en vorderingen wel of niet toewijsbaar zijn.
Tegen de achtergrond van deze vragen is het arrest van de
Hoge Raad van 30 november 2018 in de zaak ITT v Karl
Dungs over het overdragen van het recht op de domeinnaam
‘dungs.nl’ intrigerend omdat het arrest bij nadere
beschouwing meer vragen oproept dan beantwoordt en de
Hoge Raad nalaat om voor de praktijk duidelijke handvatten
aan te reiken. Diezelfde praktijk zal het voorlopig
echter wel met dit arrest moeten doen, zodat een nadere
analyse ervan onontkoombaar is.
Translated title of the contributionITT v Karl Dungs: Forced transfer of domain names
Original languageDutch
Article numberAA20190141
Pages (from-to)141-147
Number of pages6
JournalArs Aequi
Publication statusPublished - 1 Feb 2019

Cite this