Abstract
Het Aarhus Verdrag stelt regels voor het bieden van inspraak bij de totstandkoming van milieuplannen,- programma’s en -beleid. Of deze regels goed worden toegepast wordt beoordeeld door het nalevingscomité dat is ingesteld partijen bij het Aarhus Verdrag. Dit nalevingscomité van het Aarhus Verdrag is van mening dat bij de ontwikkeling van de op grond van het Europese recht verplichte "nationale actieplannen hernieuwbare energie" inspraak dient plaats te vinden zoals voorgeschreven door artikel 7 van het Verdrag. Op grond hiervan is geconstateerd dat zowel door de EU als ook door het Verenigd Koninkrijk niet is voldaan aan de inspraakvereisten van artikel 7. Ook het Nederlandse actieplan vertoont deze tekortkoming. In deze bijdrage worden de beslissingen van het nalevingscomité geanalyseerd, en geconcludeerd dat men voor een andere optie had kunnen kiezen waardoor sprake zou zijn van een minder rigide toepassing van de internationale inspraakregels. Het is nodig dat op EU niveau, indien aan lidstaten wordt voorgeschreven programma’s, plannen of beleid te ontwikkelen, wordt nagegaan welke inspraakvereisten door deze lidstaten ten minste zouden moeten worden nageleefd. Uiteraard zullen ook Nederlandse centrale en decentrale overheden zich moeten realiseren dat er internationale inspraakregels gelden voor bijvoorbeeld gemeentelijke milieuplannen, zoals vrijwillige klimaatplannen.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 99 |
Pages (from-to) | 78-87 |
Number of pages | 9 |
Journal | Tijdschrift voor Milieu en Recht |
Volume | 41 |
Issue number | 7 |
Publication status | Published - 1 Jan 2014 |