Indien het bestuursorgaan weet heeft van het optreden voor de belanghebbende van een gemachtigde in een bepaalde zaak, zal de toezending van een besluit in die zaak uitsluitend aan de belanghebbende, normaliter tot gevolg hebben dat dat besluit niet op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, hetgeen tot gevolg heeft dat de bezwaar- en beroepstermijn niet is gaan lopen

Research output: Contribution to journalCase noteProfessional

Abstract

Appellant heeft betoogd dat de rechtbank ten onrechte niet is uitgegaan van het moment waarop het besluit van 3 januari 2020 op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, namelijk het moment waarop de gemachtigde van appellant bekend is geworden met dit besluit. Uit wat door de Raad eerder is overwogen in 10 december 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:4002, kan hieruit weliswaar worden afgeleid dat als gevolg van de niet juiste bekendmaking de bezwaar- of beroepstermijn in dergelijke gevallen niet is gaan lopen, maar daaruit volgt niet dat indien een bestuursorgaan een besluit heeft gegeven zonder dit tevens aan de gemachtigde te verzenden, moet worden gezegd dat het college niet tijdig op de aanvraag heeft beslist. De rechtspraak over de bekendmaking van besluiten en de desbetreffende wetsartikelen zien op de procedurele belangen van een belanghebbende. De Raad ziet in dit geval geen aanleiding om af te wijken van deze uitspraak. Dit betekent dat het betoog niet slaagt.
Original languageDutch
Article numberJB 2022/64
JournalJurisprudentie Bestuursrecht
Issue number4
Publication statusPublished - 11 Apr 2022
Externally publishedYes

Court cases

TitleJB 2022/64
CourtCentrale Raad van Beroep
Date of judgement12/01/22
ECLI IDECLI:NL:CRVB:2022:140

Cite this