Het arrest JY: eens gegeven, blijft gegeven? De impact van EU-burgerschap op de nationaliteitstoekenning door lidstaten

H. van Eijken, G.R. de Groot*

*Corresponding author for this work

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kent aan iedere onderdaan van een van de lidstaten van de Europese Unie de status van EU-burgerschap toe (art. 20 VWEU). Nationaliteit is daarom een voorwaarde voor individuen om van de status als EU-burger gebruik te kunnen maken en van de rechten die aan het EU-burgerschap verbonden zijn. Het gaat dan om het vrije verkeer binnen de EU (art. 21 VWEU), maar ook onder andere actief en passief kiesrecht voor gemeentelijke verkiezingen in een gastlidstaat. Hoewel uitsluitend lidstaten bevoegd zijn om de nationaliteit toe te kennen en in te trekken, moeten dergelijke besluiten en nationaliteitsregelingen wel voldoen aan de eisen die het EU-recht daaraan stelt, met name aan het evenredigheidsbeginsel. In de zaak JY staat intrekking van het voornemen om nationaliteit toe te kennen centraal. Het gaat in deze zaak dus niet om het intrekken van een toegekende nationaliteit, maar wel om het vertrouwen dat de betreffende nationaliteit zou worden toegekend.

HvJ 18 januari 2022, C-118/20, ECLI:EU:C:2022:34 (JY/Wiener Landesregierung).
Original languageDutch
Pages (from-to)149-155
JournalNederlands Tijdschrift voor Europees recht
Issue number7-8
DOIs
Publication statusPublished - 2022

Cite this