Abstract
De centrale probleemstelling in dit onderzoek is of de Deken van de Orde van Advocaten in zijn hoedanigheid een beroepsgeheim toekomt c.q een (afgeleid) verschoningsrecht heeft. Deze vraag is van belang in verband met de positie van de deken in het tuchtrechtelijk toezicht en bij de controle op de naleving van witwasbepalingen. Het onderzoek is gedaan op verzoek van de Nederlandse Orde van Advocaten Central Question in this research is whether the Dean of the Bar Association in his capacity has the right to legal privilege concerning the information he receives from lawyers in disciplinary proceedings or with regard to money laundring regulations. The research has been done on request of the Dutch Bar Association
Original language | English |
---|---|
Place of Publication | Amsterdam/Maastricht |
Publisher | Academic publications online |
Number of pages | 33 |
Publication status | Published - 1 Jan 2008 |