Abstract
Laatst vroeg ik aan een zaal vol experts in de behandeling van eetstoornissen, het waren er ongeveer 200, wie er van mening was dat eetstoornissen vaak samengaan met persoonlijkheidsproblematiek. Ongeveer 80% stak een hand op. Op mijn volgende vraag, of de experts tijdens de eetstoornisbehandeling goed konden inschatten of er bij een patiënt sprake is van persoonlijkheidsproblematiek, reageerde ongeveer 90% positief. En toen ik tot slot stelde: ‘Als de behandeling niet goed verloopt, dan komt dat nogal eens door belemmerende persoonlijkheidsproblematiek van de eetstoornispatiënt’, was vrijwel de hele zaal het met me eens. De precieze percentages hierboven zijn uit de lucht gegrepen – ik heb de handen niet zo snel kunnen tellen – maar de schatting illustreert dat heel veel deskundigen vinden dat eetstoornissen vaak samengaan met persoonlijkheidsproblematiek en denken dat zij tijdens de behandeling heel goed kunnen vaststellen of er sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. En als een behandeling niet lekker loopt, dan komt dat meestal door die persoonlijkheidsproblematiek, volgens de experts. De meeste aanwezigen vonden het dan ook beter om eerst de persoonlijkheidsproblematiek van de eetstoornispatiënt aan te pakken, om pas daarna de eetstoornis te lijf te gaan. Doen we dit niet, dan zijn we als het ware aan het dweilen met de kraan open, zo luidt de communis opinio onder de experts.
Original language | English |
---|---|
Pages (from-to) | 165-168 |
Number of pages | 4 |
Journal | Kind en Adolescent Praktijk |
Volume | 5 |
Issue number | 4 |
DOIs | |
Publication status | Published - 1 Jan 2006 |