Besluit tot intrekking btw-identificatienummer is geen voor bezwaar vatbare beschikking als bedoeld in art. 26 lid 1 letter b AWR

Research output: Contribution to journalCase noteProfessional

Abstract

De inspecteur deelt belanghebbende (partij X) per brief mee dat het aan haar toegekende btw-identificatienummer is ingetrokken. X maakt hiertegen bezwaar. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de intrekking van het btw-identificatienummer een ingevolgde de belastingwet genomen besluit is waartegen geen beroep openstaat bij de belastingrechter. Om die reden is het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk.
In cassatie overweegt de Hoge Raad dat de inspecteur het bevoegde bestuursorgaan is voor de toekenning en intrekking van btw-identificatienummers. Een besluit daartoe moet worden aangemerkt als een ingevolge de belastingwet genomen besluit waartegen geen bezwaar of beroep bij de belastingrechter openstaat. Het ontbreken van een rechtsingang bij de belastingrechter betekent echter niet dat een doeltreffende voorziening in rechte bij een onpartijdig gerecht ontbreekt, aangezien belanghebbende de intrekking van het btw-identificatienummer kan voorleggen aan de burgerlijke rechter. De rechtbank heeft het verzet van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep ten onrechte ongegrond verklaard. De Hoge Raad doet de zaak zelf af door het tegen de uitspraak op bezwaar ingestelde beroep ongegrond te verklaren.
Original languageDutch
Article numberFED 2018/114
Pages (from-to)16-17
JournalFiscaal Tijdschrift FED
Issue number16/17
Publication statusPublished - 2018

Court cases

TitleFED 2018/114
CourtHoge Raad
Date of judgement13/04/18
ECLI IDECLI:NL:HR:2018:505

Cite this