A license to sue

Translated title of the contribution: A license to sue

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Veel intellectuele eigendomsrechten (“IE-rechten”) worden in belangrijke mate of zelfs uitsluitend geëxploiteerd door licentienemers in plaats van de rechthebbende. Afhankelijk van de inhoud van de licentieovereenkomst kan het economisch belang bij het handhaven van het gelicentieerde IE-recht dan in grote mate – of zelfs geheel – bij de licentienemer liggen. Indien inbreuk op dat IE-recht gemaakt wordt kan de schade daarvan met name de licentienemer treffen, en misschien zelfs meer dan de IE-rechthebbende zelf. Kortom, licentienemers hebben vaak net zo grote, zo niet grotere, commerciële belangen bij een ongestoorde exploitatie van het gelicentieerde als de IE-rechthebbende zelf. Dan rijst uiteraard de vraag of die licentienemer ook kan optreden tegen een inbreukmaker en bijvoorbeeld een inbreukverbod kan vorderen of schade kan claimen. Daarmee rijst ook de vraag wat de vermogensrechtelijke status van een licentie is, indien het gelicentieerde door de rechthebbende wordt overgedragen aan een derde. Moet die derde de licentie respecteren of is die derde niet aan de licentie gebonden? De fijnproevers hebben al door dat hier de vraag speelt of een licentie slechts een relatief vorderingsrecht is of trekken vertoont van een beperkt recht waarmee het IE-recht is bezwaard. Wanneer een licentie slechts een relatief vorderingsrecht is, heeft die licentie in beginsel alleen effect tussen de licentienemer en de licentiegever en regardeert die licentie derden niet. In het tweede geval, heeft die licentie kenmerken van een absoluut goederenrechtelijk recht en dat verklaart dan dat een inbreukmakende derde niet alleen onrechtmatig handelt tegenover de IE-rechthebbende, maar ook tegenover diens licentienemer(s). Ook voor de werking tegen rechtsopvolgers van de IE-rechthebbende is deze kwalificatievraag maatgevend. Een licentie als vorderingsrecht bindt een rechtsopvolger van de IE-rechthebbende in beginsel niet, maar een licentie als een absoluut goederenrechtelijk recht bindt een rechtsopvolgend IE-rechthebbende in beginsel wel. De vraag wat de vermogensrechtelijke status van een licentie is – relatief vorderingsrecht recht of goederenrechtelijk beperkt recht – is in de Nederlandse literatuur en rechtspraak omstreden en wordt niet eenduidig beantwoord. Het door menig civilist gekoesterde dogma van een gesloten systeem van beperkte of goederenrechtelijke rechten zorgt bij dit debat voor de nodige verhitte gemoederen.
Translated title of the contributionA license to sue
Original languageDutch
Article numberAA20160758
Pages (from-to)758-766
Number of pages8
JournalArs Aequi
Publication statusPublished - 1 Oct 2016

Cite this